Lancia Flavia Coupé 2000 I, 1971

In 1960 verscheen een nieuwe loot aan de Lancia stamboom; de Flavia. De Lancia Flavia werd gepositioneerd tussen de Appia en de Flaminia modelseries. Het verschijnen van de Flavia betekende de introductie van voorwielaandrijving bij Lancia. Door te kiezen voor voorwielaandrijving kon de Flavia technisch minder complex en dus goedkoper worden gebouwd dan de Flaminia. De Flavia kreeg een semi-onafhankelijke wielophanging achter. De auto was verder uitgerust met een gescheiden remsysteem met schijfremmen rondom. Tussen 1962 en 1968 werd de Flavia 1800 coupé gebouwd. De 1800 werd in 1969 opgevolgd door de Flavia 2000 Coupé. De 2000 Coupé was niet alleen voorzien van een sterkere motor, ook het interieur en het exterieur lieten een nieuwe, modernere, vormgeving zien. De Flavia Coupe was een speciale versie op het onderstel en met de superbe techniek van de Flavia Berlina.  De auto werd uitgerust met een platte 4 cilinder boxermotor. We onderscheiden de volgende Lancia Flavia Modellen: Lancia Flavia Berlina (1960-1966), de Lancia Flavia Coupé (1962-1968), de Lancia Flavia Cabriolet (1962-1969), de Lancia Flavia Sport Zagato (1963-1967) en de Lancia Flavia 2000 Coupé (1969-1971).

Technische gegevens*

4 cilinder boxermotor
carburatie: Kugelfischer mechanische benzineinjectie
cilinderinhoud: 1991 cc.
vermogen: 124 pk. bij 5600 tpm.
koppel: 174 Nm. bij 4000 tpm.
topsnelheid: 190 km/u.
versnellingen: 4, handbediend
remmen: bekrachtigde schijfremmen rondom
gewicht: 1200 kg.

*Bron: All the Lancias 1906 -2008

Lancia historie

Lancia & Co. werd in 1906 opgericht in Turijn, Italië.
Vincenzo Lancia richtte de firma op met medewerking van zijn vriend en collega Claudio Fogolin. Vincenzo Lancia en Claudio Fogolin waren beide technicus en succesvol coureur bij Fiat.
Het eerste Lancia prototype raakte door brand onherstelbaar beschadigd zodat de eerste Lancia in 1908 werd voorgesteld.
Dit was de "type 51" die de naam Alpha kreeg. (De "A" uit het Griekse alfabet. Lancia zou in de volgende jaren meer modellen naar griekse letters noemen). De Lancia Alpha beschikte over een kleine viercilinder motor die 58 pk. leverde(!). Een enorme hoeveelheid vermogen in die tijd.
De automobielen van Lancia genoten vanaf het begin de reputatie "zeer snel" te zijn en over een uniek eigen karakter te beschikken. Tussen 1910 en 1920 bouwde Lancia vooral snelle toerwagens voor de middenklasse. Lancia zat echter niet stil en technologisch was de firma zeer innovatief.
Vincenzo Lancia zat eens met zwaar weer op een schip alwaar hij verzuchtte dat een auto zou net zo stevig zou moeten zijn als de romp van een schip. Deze constatering was mede de reden dat in 1922 de Lancia Lambda verscheen met zelfdragende carrosserie; een wereldprimeur voor Lancia! Deze auto was zijn tijd technisch ook op vele andere fronten vooruit want de Lambda beschikte over een unieke V-4 motor met bovenliggende nokkenassen, onafhankelijke voorwielophanging en remmen aan alle vier wielen.
De Lancia Lambda was getest in de Alpen. De lichte auto met de, stevige carrosserie en krachtige motor bleek over een uitmuntende wegligging te beschikken. De Lambda werd in verschillende varianten tot en met 1931 gebouwd en opgevolgd door de acht cilinder Dilambda. De Lancia Dilambda bezat weer een separaat chassis waarop carrosseriebouwers hun creaties konden ontwerpen. Tot 1936 verschenen de modellen Augusta, Astura, Arteria en Ardea.
1936 betekende de herintroductie van de zelfdragende carrosserie in de prachtige Lancia Aprilia die wederom (14 jaar na verschijning van de Lambda) van een vooruitziende blik getuigde. De Lancia Aprilia was voorzien van onafhankelijke wielophanging rondom (!), hydraulische remmen (!), remtrommels tegen het differentieel achter (!) en een van aluminium vervaardigd V4 motorblok (!).
Naast de automobielbouw was Lancia ook zeer actief in de racerij. De Lancia racewagens waren vaak voorzien van innovatieve technische snufjes die op het circuit hun waarde moesten bewijzen. O.a. de befaamde coureur Fangio reed voor Lancia in de jaren vijftig van de vorige eeuw, hij reed ondermeer de Pan America race in 1953.
In de jaren vijftig werden de prachtigste naoorlogse Lancia's ooit gebouwd. Ook deze wagens waren hun tijd ver vooruit met hun lichte zelfdragende koetswerken, aluminium V4 en V6 motorblokken, met bovenliggende nokkenassen, en de andere verworvenheden van de voorgaande modellen.
De Appia Serie 1 en II (1953-1959) was een prachtig vormgegeven compacte auto die technisch iets simpeler was uitgevoerd dan haar Lancia stalgenoten. Tussen 1956 en 1962 werden er tevens beeldschone Lancia Appia specials gebouwd met een separaat chassis met carrosserieën van o.a. Pinin Farina, Zagato en Vignale (zeer zeldzaam).

In 1950 werd tevens de Lancia Aurelia voorgesteld. Deze was verkrijgbaar als saloon (B10, B21, B22, B12), vanaf 1953 tevens als 2+2 coupé (B20-2500 GT), en vanaf 1954 als Spider en Convertible (B24).
De Aurelia B20-2500 GT en de Aurelia B20 Spider behoren tot de absolute Lancia hoogtepunten en werden vormgegeven door Pinin Farina!
De Aurelia serie werd in 1957 opgevolgd door de Lancia Flaminia serie.
 
Met de Flaminia serie bracht Lancia een, zeer luxueuze, automobiel voor de topklasse. De auto's waren wederom hoogstandjes van technisch vernuft en van grote uiterlijke schoonheid. Door de gebruikte technieken werd de Flaminia erg duur, waardoor er van alle modellen tezamen maar iets meer dan 10.000 werden verkocht. De Flaminia serie kenmerkte zich door: onafhankelijke wielophanging voor, De Dion achteras met aangebouwde versnellingsbak (Transaxle), schijfremmen rondom, en een aluminium V6 motor. We onderscheiden de volgende Lancia Flaminia modellen:
de Flaminia Berlina (1957-1970), de Lancia Flaminia Coupé (1958-1967), de Lancia Flaminia GT/ GTL (1958-1967) en de Lancia's Flaminia Sport en Supersport Zagato (1958-1967).

In 1960 verscheen naast de Lancia Flavia serie een nieuwe loot aan de Lancia stamboom; de Flavia. De Lancia Flavia werd gepositioneerd tussen de Appia en de Flaminia modelseries. Het verschijnen van de Flavia betekende de introductie van voorwielaandrijving bij Lancia. Door te kiezen voor voorwielaandrijving kon de Flavia technisch minder complex en dus goedkoper worden gebouwd dan de Flaminia. De Flavia kreeg een eenvoudiger semi-onafhankelijke wielophanging achter. De auto was verder uitgerust met een gescheiden remsysteem met schijfremmen rondom.
We onderscheiden de volgende Lancia Flavia Modellen:
Lancia Flavia Berlina (1960-1966), de Lancia Flavia Coupé (1962-1968), de Lancia Flavia Cabriolet (1962-1969) en de Lancia Flavia Sport Zagato (1963-1967).
In 1969 ging het financieel niet goed meer met Lancia. De dure, geavanceerde, automobielen brachten te weinig winst waardoor Lancia zich genoodzaakt zag het bedrijf aan Fiat over te doen.
In 1969 werden de Lancia Flavia Berlina en Coupé uiterlijk gemoderniseerd en werd er tevens een twee liter V4 motor toegepast. De gemoderniseerde Flavia werd tot 1974 gebouwd.

In 1963 kwam de Lancia Fulvia op de markt. De Berline uitvoering leek sterk op de grotere Lancia Flavia Berline. De Fulvia was echter voorzien van kleinere V4 motoren die ook hier de voorwielen aandreven. De Lancia Fulvia modelserie was voorzien van onafhankelijke wielophanging rondom en schijfremmen rondom. In 1965 verscheen het neusje van de zalm op Lancia Fulvia gebied; de Fulvia Coupé... deze auto zou in HF uitvoering vele, vele, internationale rally evenementen op zijn naam schrijven... Van de Fulvia verscheen ook weer een Zagato Sport uitvoering.
In 1970 zag de unieke Lancia Stratos het levenslicht, een creatie van Bertone. Deze zeer fraaie, technisch geavanceerde bolide werd, net als de Fulvia, succesvol ingezet bij rally's.

Tussen 1972 en 1984 verschenen de volgende Lancia modellen onder regie van Fiat:
De Lancia Bèta (Berlina, Coupé, Spider, HPE en Montecarlo), de Stratos opvolger Lancia Rally 037 en de Lancia Gamma sedan.

_{© Marc Vorgers}